Om 16.00 uur konden we de gehuurde camper pas ophalen, waardoor we uiteindelijk pas om 19.00 uur vertrokken richting onze vrienden in Groningen, alwaar we op het erf in de camper overnachtten. Weer eens iets anders om wakker te worden van de kraaiende haan en de mekkerende geiten! Natuurlijk kregen we weer verse eitjes mee van de kippen, genoeg voor de hele vakantie.
Op zaterdag 8 juni kwamen we aan in Frörup, op een afstand van circa anderhalf uur van de Deense grens. Hier is een kneuterige camperplaats met een, van het Bourgondische leven genietende, aardige eigenaar die ons meteen een presentje gaf: een mok van ‘unsere Norden’. De volgende dag bracht hij verse broodjes voor ons mee.
Vervolgens reden we naar Rømø, het Deense Waddeneiland, alwaar we de dag doorbrachten met de camper op het grote, brede strand. Het strand is hier zo hard dat je er gewoon met de camper op kunt rijden. Superleuke ervaring! Die nacht brachten we door op Rømø Familie Camping. Heerlijk gewandeld door het aangrenzende duingebied, dat prachtig is.
Het volgende doel van onze reis was Fjaltringstrand, bij Lemvig, waar we tegen 14 uur aankwamen. Een prachtige camperplaats op een dijkje aan het strand. Heerlijk weer en lekker buiten gezeten met uitzicht op zee. Wat een mooie plek is dit! Na het eten genoten van de visdiefjes die boven zee vlogen, dus maar even de verrekijkers erbij gepakt en ja hoor: er waren bruinvissen te zien!
Op dinsdag 11 juni vertrokken we richting Hirthals, meer niet zonder onderweg nog even bij een boerderijtje jordbear (aardbeien) gekocht te hebben.
De camperplaats in Hirthals is achter een boerderij, op een groot grasveld. Er is een douche met toilet beschikbaar in de boerderij. En via een mooie wandeling kun je vanaf de camperplaats naar het strand lopen. We hebben het geld voor de overnachting in een envelop gedaan, want we hebben nooit een eigenaar gezien.
Woensdag 12 juni hebben we vanuit Hirthals de ‘fjord cat’ naar Noorwegen genomen. Dit is een ferry die van Hirthals (Denemarken) naar Kristiansand (Noorwegen) vaart. Een leuk weetje: grote campers moeten achteruit de ferry oprijden. En wij waren niet de enige met een gehuurde camper, dus menigeen heeft met het zweet in de handen op de ferry geparkeerd. John niet, die bleef er koelbloedig onder (en dat kan van mij niet gezegd worden). De ‘fjord cat’ had wel een probleempje met een ‘main engine’ waardoor de vaart 10 minuten langer duurde, maar bracht ons verder probleemloos over.
In Noorwegen regen, regen en nog eens regen, dus zoeken naar een mooie plek had niet zo veel zin. Daarbij hadden wij de coördinaten van camperplaatsen die of dicht of opgeheven waren. Uiteindelijk bij het plaatsje Egersund op een camperplek bij een camping gestopt voor de nacht. Met 14 graden, bewolking en regen was het bepaald geen weer om lekker buiten te zijn, dus reden we naar Camping Preikestolen. Een mooie, maar dure camping, die het volledig moet hebben van de mogelijkheid om in de buurt te starten met de wandeling naar de Preikestole (= Preekstoel). Een overhangende rots, van waar het uitzicht heel mooi moet zijn. Deze wandeling is bepaald niet voor doetjes, want een pad is er niet. Het is een kwestie van klauteren en springen over rotsen afgewisseld met een stevige wandeling over (gladde) stenen en rotspartijen. Wij begonnen er die middag aan, omdat het weer opknapte en de voorspellingen voor de volgende dag niet goed waren. John scheurde door al het geklauter volledig uit zijn broek, wat uiteraard voor veel hilariteit zorgde. De wandeling was behoorlijk pittig, maar heel mooi. Na een uur klimmen en klauteren hadden we nog maar 1,5 km afgelegd van de 4 km. Op een van de hogere punten, zagen (en hoorden) we raven overvliegen. Wat een acrobaten zijn dit in de lucht: duikvluchten, stijgen, dalen, draaien, niets is voor deze vogels te gek. Gaaf om te zien! We kamen andere Nederlanders tegen: een man met zijn dochter en liepen een tijdje met z’n vieren op. Hoe hoger we kwamen, hoe bewolkter het weer werd en met pijn in ons hart besloten we gevieren om het op te geven. Het uitzicht zou vanaf de Preikestole met dit weer toch nihil zijn…
Onze volgende tocht was prachtig: door bergen, dalen, langs watervallen en rotspartijen, met als bestemming het plaatsje Odda. Hier is de camperplek aan het water gelegen en heb je een machtig mooi uitzicht langs de fjord en op de tegenoverliggende, kleurige huisjes. Gelukkig waren we op tijd, want deze plaatsen zijn snel vol en het is het allermooist om direct aan het water te staan. Zaterdag 15 juni zijn we naar de hoogvlakte, de Hardangervidda (2000 meter hoogte) gereden. Een mooie rit en een tussenstop gemaakt bij de grote waterval Vøringfossen, waar Kwikkie (onze mascotte) zich weer even liet zien. Op de Hardangervidda zagen we sneeuw en ijsschotsen drijven over de vele meren en het landschap was prachtig.
We zijn vervolgens gestopt in het plaatsje Undredal, waar de dorpsgenoten met elkaar een mini-camping runnen. Midden in het dorpje, dat aan een fjord ligt, is het grasveld met een mooi douche/toiletgebouwtje waar je kunt gaan staan. Vlakbij is een plaatselijk cafeetje, dat tevens een winkeltje met streekproducten is, en waar je heerlijke ‘laks’(=zalm) of eland-vlees kunt eten. Eigenlijk hadden we nog naar het eilandje Runde gewild, een toevluchtsoord voor papegaaiduikers, maar dat lukte qua tijd niet. Daarom in Oostelijke richting gereden, richting Zweden. We stopten bij het dorpje Aurdal op een camping, waar we heerlijk hebben gebarbecued aan het water. De temperatuur was ook weer lekker: 21 graden en zonnig.
De volgende dag reden we langs het Olympisch stadion van Hamar (in de vorm van een Vikingschip) door naar Tangenodden Camping. Zeer schuine plaatsen op deze terrascamping, dus moest de camper maximaal op de wielblokken, om nog enigszins recht te staan. Net als de vorige camping hier heel veel seizoensplaatsen, waarbij hele houten huisjes aan de caravans worden gebouwd. Er zitten bijzondere bouwwerken tussen. Vanaf deze camping was het maar een kort stukje naar de Spar-supermarkt fietsen, ongeveer 1 km. Alleen was ons niet verteld dat die ene kilometer rechtstandig bergopwaarts ging. Gevolg: heenweg niet vooruit te komen, terugweg doodsangsten uitgestaan en vol in de remmen afdalen naar de camping.
Toen we Zweden in reden, zagen we duidelijk het verschil in landschap; van het ruige, rotsachtige naar het beboste merenlandschap van Zweden. Onze eerste stop in Zweden was op de camperplaats van de Sandaholm Camping bij Årjäng, weliswaar gelegen aan de snelweg, maar wel een mooi plekje aan een groot meer. Daarna namen we de veerboot over het meer Hjalmaren naar het eilandje Vinon, waar de camperplaatsen aan het meer liggen, bij een zwemstrandje. Overdag gezellig druk, maar ’s avonds heerlijk rustig, op Kwikkie en zijn vriendjes na dan. En dat voor 50 kronen zonder faciliteiten.
Toen we de volgende dag de veerboot weer terug naar het Zweedse vasteland namen, was onze bestemming duidelijk: Hätte camping bij Tranås. We zijn hier in 2012 ook al geweest, maar hebben toen het Midzomerfeest hier niet meegemaakt. Deze keer wel: aan het Sommenmeer werd de meiboom omhoog getakeld met de Zweedse kindertjes waarvan de meisjes met bloemenkransen in het haar. Er werden liedjes gezongen en dansjes gedaan. Leuk om een keer gezien te hebben. Omdat Zweden midzomer met elkaar vieren, besloten wij dat gedachtegoed in ere te houden en een ander Nederlands stel uit Vlaardingen uit te nodigen ’s avonds. Het bleef nog lang gezellig.
Zaterdag 22 juni hebben we afscheid genomen van Hätte camping en zijn we richting Denemarken gereden, via ‘the bridge’ bereikten we Stevns Camping. Alles aan de eigenaresse deed aan de serie ‘Fawlty Towers’ denken. Diepe zuchten om onze namen in de computer te zetten, een grauw en een snauw, maar, zo verzekerde ons, dat was niet tegen ons gericht, maar haar ‘lastige’ hond. Ja, ja… We kregen een kaartje om alle sanitair op de camping mee te bedienen en heet water mee te betalen en op dit kaartje stond: “Houd het hier schoon, je moeder werkt hier niet” Hoe hilarisch is dat!
Via een vogelkijkhut zijn we weer op weg gegaan, dit keer naar het eiland Møn. Vanwege de mooie ligging een hele mooie camping, waar de zwaluwen over het gras razen op zoek naar vliegjes om hun jongen te voeren. Heel mooi om te zien! Dit eiland staat bekend om de witte (zachte) krijtrotsen en via een enorme trap kom je op het strand. Vanaf de camping zijn ook diverse wandelroutes en er groeien bijzondere orchideeën op dit eiland. We zijn via een paar uitzichtpunten naar beneden naar het strand gelopen en hadden gelukkig de verrekijker mee, want we zagen een paartje slechtvalken.
Na twee dagen via grafheuvel Kong Asgers Høj naar Rødby (op Lolland) gereden en vandaar de ferry naar het Duitse Puttgarden genomen. Na een nachtje op camping Klüthseecamp & Seeblick in Klein Ronau weer richting Nederland gereden. We hebben nog een nachtje gestaan op een grote boerderij met camperplaatsen in Emlichheim, vlakbij het Nederlandse dorpje Schoonenbeek. Op deze camperplaats stonden we letterlijk tussen de scharrelende (en nieuwsgierige) kippen. Van de Nederlandse eigenaar kregen we 2 scharreleitjes mee.
Links naar de vetgedrukte locaties in dit verslag:
Fjaltringstrand / Parking Hofde (DK)
CP Hirtshals / Niels Bastholm (DK)
CP Egersund / Bobilparkering Skadbersanden (N)
Geef een reactie